Wie geniet er niet van de weidevogels in de polder. In de Commandeurspolder bij Maasland wordt een weidevogelkerngebied
aangelegd van 23 hectare. Op 19 oktober 2018 wordt dit feestelijk in gang gezet door het Weidevogelpact samen met gemeente, provincie en waterschap. Deze weilanden zijn nu in gebruik bij boeren. Door
het aanleggen van dijkjes, het maken van bredere sloten met flauwe oevers, het
verhogen van het waterpeil en het aanleggen van plas-dras gebieden wil men nog
meer weidevogels hier naar toe lokken. Deze aanpassingen gaan € 750.000,--
kosten.
Nog meer weidevogels! Het is hier in de Commandeurspolder al een erg goed weidevogelgebied
zo valt te lezen in het rapport “nulmeting weidevogels groot Midden Delfland 2015”.
Hieronder staan twee kaartjes uit dat rapport, daaruit valt op te maken dat juist in
het gedeelte van de Commandeurspolder waar veel grutto’s, tureluurs en andere
weidevogels voorkomen (de ronde cirkels),
het weidevogelkerngebied wordt aangelegd. Kan het nog beter dan?
Er zijn gebieden in Midden-Delfland waar bijna geen vogels zitten volgens de
kaartjes, waarom dan niet daar een weidevogelkerngebied aanleggen? In de buurt
van de meeste natuur en recreatiegebieden zitten blijkens de kaartjes zeer
weinig weidevogels. Dat zijn gebieden waar veel predatoren zoals vossen en
kraaiachtigen zich ophouden. Juist die gebieden moeten verbeterd en aangepast
worden voor de weidevogels, niet een gebied waar het al stikt van de
weidevogels.
Het agrarische gebruik
van deze weilanden is blijkbaar goed voor de weidevogels. Wat moet je dan gaan
veranderen als je daarmee het gebied voor boeren minder aantrekkelijk maakt om
te blijven beheren en het daarnaast nog maar de vraag is of de aanpassingen
werkelijk voor nog meer weidevogels gaan zorgen. Als dat laatste niet het geval
is, maken we dan weer een normale polder van dit gebied? Is er afgesproken hoe
lang deze test gaat duren en hoeveel extra weidevogels en opgroeiende kuikens
dit moet gaan opleveren en wat er gebeurt als dat niet lukt.
De aanpassingen zullen in ieder geval hun
uitwerking hebben op de ganzenpopulatie. Bredere sloten met afgevlakte kanten
zijn ideaal voor deze dieren. Maar laten we in Midden-Delfland nou juist al
genoeg ganzen hebben. Meer dan genoeg ganzen zelfs! Ganzen zijn geen weidevogelpredatoren maar zorgen wel voor verjaging van weidevogels.
Vernatting en minder
koeienmest betekent afname van het bodemleven. Zure natte grond waar geen worm
en geen tor in wil leven. Grond waarin dus ook geen voedsel voor de weidevogels
meer te vinden is. Als er dan straks door de onkruiddruk en de slechte
grasgroei ook geen boer meer overblijft die denkt nog een boterham te kunnen
verdienen aan deze grond dan is er weer een stuk historische polder omgevormd
tot nieuwe natuur wat zo veel inhoudt als niet onderhouden wildernis zonder
enige natuurwaarde waar geen weidevogel zich thuis voelt.
Het zou weleens een dure
les kunnen blijken te zijn. Die € 750.000,-- hebben we er doorheen gejaagd maar hebben we
hiermee niet ook de weidevogels weggejaagd? De tijd zal het leren!